Het Liegend Konijn. Jaargang 10

[p. 199]

Lodewijk van Oord

^o Madrid, 1977

is ook prozaschrijver.

Heeft nog geen bundel gepubliceerd.

[p. 200]

[gonzend in het schijnsel van een vochtige mond]

gonzend in het schijnsel van een vochtige mond
kloppend op het licht van een glanzend ivoor
kauwen harde tanden op oneindig strompelhout
op bielzen gevangen in vuur

toch glas blijft de onzichtbare wand
zweem van weifel en tochtige noten
gebarsten grens tussen vuur en vent
is verzet de kracht van mijn krijgsmacht

terstond beloof ik het ongerijmde
terstond beproef ik barst en brand
keel ik wat al te waar en wie
tot auto en wet en vrijgevochten