Het Liegend Konijn. Jaargang 9

[p. 234]

[hij vliegt uit een bovenhoek]

hij vliegt uit een bovenhoek,
de bovenhoek = heilig
er zingt met witte treden dat er springt iets
uitgewrevens met twee ogen
en springt springt
nu: de bloesem is al gesprongen

waar hebben de mensen het
over in de hoofdsteden?

over de vorm.

of het bankgebouw in de vierkanten opmaak
in zijn geheel zou kunnen zakken
in fragmenten kunnen belanden
op het witte bed in de witte kamer waar
de witte geit even
is gaan springen...

het geluid
van de witte geit in een witte kamer
het geluid van de kamer wanneer de kamer wit is weggetrokken
en het bed in het midden
de geit is niet weg de weg van de geit is hier
de geit is wakker, wat is hij wakker, hij springt

op het bed komt hij vliegen vanuit een bovenhoek
de geit wappert als een vlag en volgt op het bed zijn witte
schaduw
hij springt en springt en zingt de veren van het matras
de witte kamer houdt de springende geit stevig vast
en de geit kijkt ons verticaal in de ogen

[p. 235]

 

hij springt en wat vinden we ervan

 

hij springt en wij zien de geit heeft het naar zijn zin

 

heeft de filmer hem wat geleerd?

 

Is hij nooit meer naar een wei teruggekeerd?

 

Verkiest de geit ja dit bestaan

 

Boven alle natuurlijkheid?

 

 

 

de geit springt en de witte bloesem van het raam springt

 

en de geit springt en de matras

 

zingt

 

hups daar,

 

kan hij ook al dat zig zag lopen

 

van de kamers in de hal

 

 

 

van de hal in de kamers,

 

de hal is als een geperforeerde

 

(operateske slokdarm?)

 

 

 

En

 

hier is weer het geluid van de witte kamer als

 

de witte geit op het matras springt

 

hij komt uit een bovenhoek

 

 

 

hij vliegt uit een bovenhoek, de bovenhoek = heilig

 

en zingt met witte treden dat er springt iets uitgewrevens met

 

twee ogen

 

er springt springt

 

nu: de bloesem is al gesprongen