Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 209] [p. 209] Dit is... I de tijd dat je taalloos bent, onhandig in het rond schopt, graait naar alles wat je wilt, kirt. met beeldspraak sla je om je heen. en ja, er is die grote keel waarmee je zegt dat je nu graag aan mama's tepel hangt / best wordt ververst / zomaar wat weent. grote mensen vergissen zich wel eens, missen bij momenten de helderheid om goed te doen. toch zit je steeds iedereen zo teder aan te kijken. II voor straks: midden in de nacht gekleed aan het bed van je ouders staan en naar zee willen om zo nodig zee leeg te scheppen. elke middag oefen je met emmers, de zandbak in de tuin vormt jouw strand. er passen kastelen waar je ook komt, je hoeft vooralsnog niet oninneembaar te zijn. je schommelt naar de hemel, valt van de glijbaan onzacht op de grond. [pagina 210] [p. 210] III de dag dat blijkt dat je afstamt van een vaag romanpersonage zonder regenjas, het kan het karakter verklaren, de driftbuien, het neerslachtige. je hand komt met kracht neer op tafel: wie is de man die me wel eens naar school bracht, wie de vrouw die me leerde hoe fout het was, liegen en bedriegen? was je maar tandeloos gebleven, dat scheelde wel wat pijn. Vorige Volgende