Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Leeuw uit de zoroastertijd Hij ligt, omdat men hem niet kent, tussen de rommel van een wereldrijk, poten aaneengesloten, en is van koper zoals ik en gij van mens. Er zit een luis, onooglijk in zijn manen, de man die hem verkoopt rookt stinkende tabak en roept de vrouwen achterna: Ola! Antika! Er is iets wat ik vrees in die zo gladde poten, de oren die, Azerisch gestileerd, naar achter liggen, gespitst op een sonoor verleden dat pas klinkt als ik hem pak en met zijn koele lijf een jonge god de kop insla. Hij ligt en staart naar niets. Ik vraag zijn prijs. Die is te hoog voor woorden. Ik wil hem stelen, maar met gestolde zielen mag dat niet. Nu spookt hij zeven nachten door mijn dromen, hij sluipt en jaagt, hij komt en gaat, en als ik bij het wakker worden ziek ben van tijdloze slaap, ruik ik zijn roofdieradem en ik vloek omdat hij me verlaat. Vorige Volgende