Het Liegend Konijn. Jaargang 8(2010)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 198] [p. 198] [Ik zing van de man, de ongewapende, Ananias] Ik zing van de man, de ongewapende, Ananias, gezinshoofd te Damascus en doodsbang. In een droom kreeg hij te horen: ga naar je beul. U heeft een harde hand van ronselen, verbazingwekkend, want het resultaat bleek een voetknecht die ontwapend, blind en timide, een wrak van zich zelf, werd achtergelaten in het niemandsland, binnen handbereik van zijn vijand. Daar, in Damascus, had hij maar af te wachten, de eens zo intimiderende zaaier van haat. Het vervolg van het verhaal is onder mensen niet mogelijk, wonderlijker dan het licht en uw stem. Toch had uw gestoken apostel in spe die zich later nageboorte zou noemen op deze afloop te vertrouwen. Vandaar dat ik zing van de man Ananias die in een droom te horen kreeg ga naar het zaaltje waar Saulus je opwacht. Ga naar de man die jou en je vrouw en je kinderen uit wilde wissen. Leg hem de hand op. Leg je hand op zijn naakte schedel als op een pasgeboren fontanel en wissel van blik. [pagina 199] [p. 199] Zo hebt u ons lot (en daarmee het uwe) gelegd in handen van een jonge voor deze zelfde Saulus op de vlucht geslagen vader. U had hier geen macht. Af had u gezien van alle macht. Ontwapend, blind en timide moest u toezien, meer niet. Vervullend het schouwspel van een mens die op zijn schedel een hand voelt, die van zijn vijand. Vervullend en niet te doen voor mensen gezegend met doodsangst. Vervullend is het glimlachje, het eerste, van het zesweekse kind. Schellen van de ogen. Engelenscharen juichen. Ronselaar, uw wegen zijn ondoorgrondelijk, en onverantwoord riskant. Vorige Volgende