Het Liegend Konijn. Jaargang 8(2010)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 140] [p. 140] Geniaal geweld In stilte klooien de komende heersers, Karel claimt geen spreekrecht. Om ter scherpst waken de breinen. Moet je dat doek zien, moet je die kaart zien vol leegte. Dat kan mijn kind. Dolle streken. We keken uit over de limes en lachten om wat er ons wachtte aan steden, impasses en stillevens. Als tulp geldt de hand die de haarlijn sondeert. Kus de vingertoppen zodra de oplossing weerklinkt, laat aan lippen de bloem ontspringen. Spreid vingers tot waaier, denk aan de vraag die een keuken besloeg. Al maar ijler werd de ketel, golfjes tikten tegen ijzer, ik hoorde het fluiten vóór het floot. Voorgevoel boven het fornuis. Hugo's, Asgers: ze verven noch schrijven, ze kijken en slijpen. Een lemmet likte mijn hals, slapen gloeien na. Fout, mijn slaapbeen vangt niets buiten de rilling die er ontstaat. Als ik niet beschik, dan een mens waarvan de schriklach ons tot orde maant. Vorige Volgende