Het Liegend Konijn. Jaargang 8(2010)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 137] [p. 137] Teeltbodem Ben ik de enige die de voren over akkers zag kronkelen, het overige geschikt als losse zoden? Gezegend het oog dat de akker deed dampen, een doornenkroon legde rond de voeten van het bos, steden achter de horizon tot leven bracht. Daar kwaakten wetkenners het tikken ten gehore, daar kerfde ik in bomen. Als de hoogste - Ga door, bereken de seconden. Dag Sont, dag steppen zonder end. Dag tweekoppige vogel in het zoete wapen, dag hofhouding in stadjes waar alle gedachten uitlopen op hertenjacht. Ben ik de enige die thuis is in het kijken? Wie wil mijn gedachten als wat ik deed al zinloos scheen? Dag Picardië. Dag pikhouweel en karrewiel, het wikken is over. Liefste, omkijken zal ik, al verwar ik vooruit en achterom, al ben je aan traanpunt en hoornvlies onttrokken. Ik zag wat ik niet zie: lichtkathedralen slorpten ons op, bundels maanlicht schoten de maan tegemoet. Autowegen liepen taps toe, de einder zette een stip, in het parket zette de cello zich schrap. Een wegenlied klonk door de kieren. Vorige Volgende