Het Liegend Konijn. Jaargang 8

[p. 51]

Maarten Embrechts

^o Turnhout, 1946

heeft nog geen bundel gepubliceerd.

[p. 52]

Het duifhuis

I

Er is aan ons huis een haag waar ik in kan
kruipen en zelfs recht kan staan Na school
moet ik daar altijd even in en uit Hoe kan

men van jongens houden Op weg en terug
van school probeer ik pasjes uit Ik aarzel nog
of ik een meisje of een jongen word Het moet

nog worden onderzocht Hoe kan mijn hoofd van
jongens houden als mijn lijf iets anders zegt Moet
ik dan mijn voeten in mijn moeders schoenen zetten

II

De liefde kwam vooral uit Ciné Forum en met geweld
en zeer gewijd ook uit de godsdienstles Het Duifhuis
is een tuin met fruit en koeien in de wei Men weet het

maar niemand zegt er de geheimen die ik in het lusthuis
speel Omwille van de mannen die ik nog niet heb moet ik
vooral van vrouwen met mijn ogen stelen En uit mijn hoofd

en in mijn bed Hollywood of uit het OT een geschiedenis
naspelen En soms voel ik me betrapt en akelig in mijn angst
bevestigd als Sinterklaas voor me een meisjesfiets klaarzet

[p. 53]

III

De wereld is een theater In mijn koffer vergaar ik zijn vertelsels
waarin ik mij vermom voor de tussenreis Ik ben niet van mezelf
maar van Arabië zoals Lawrence Altijd tussen twee genres ben ik

in het natte gras of op het schelfje en met gestolen sigaretten in
het lusthuis Sheba maar niet noodzakelijk voor de seks De wereld
moet in mijn hoofd veel groter zijn en vele kamers hebben waarin

ik uitvergroot het spel opvoer tussen man en vrouw en om het te
begrijpen En als ik groot zal zijn en ook een kind kan krijgen zullen
ze mij dan meenemen naar een mooi ver land en niet meer pesten

IV

Ik wil de wereld breder tot in Oudenaarde vanwaar Martha komt
en naar de Limburg en ook nog dieper in de Walen dan Deltour
de paardenboer En soms ben ik onpasselijk of wend dat voor Dan

geen studie 's avonds maar mijn boekentas verstopt op de hoek
van de Beekstraat in de haag Even op adem komen ciné Forum
Aan het boer zijn heb ik een broertje dood Voor de koeien die

we drijven naar de Mesesstraat of op De Bruine Strijd te grazen
zetten en 's zaterdags op de markt voor onze groentekraam Ik
schaam me Zonen van dokters en advocaten vooral op school

[p. 54]

V

Ik weet nog niet goed waarheen dat moet een boer in vrouwen-
schoenen Soms mee naar Melsbroek of naar Antwerpen voor
het vliegtuig of de boot naar de Congo De wereld is van zilver-

papier daarginds en van de centjes waarmee we negerkopjes
laten knikkebollen En soms naar nergens in een bananenkrat
van Fyffes die is omgedoopt tot schuitje in de beek die langs

het lusthuis kronkelt Tussen ons erf en Les Abeilles de parkvilla
van baron du Four staat een hoge muur Dagelijks de butler En
in een flits soms de jonkvrouw in een open auto met een hond

VI

Naast dit leven moet er nog een ander leven zijn 's avonds
als vaders na halfzeven uit hun karspoor komen Kan er dan
iemand zijn schaduw aan mij lenen en de wereld voor me

openen Het verschil vertellen tussen de Jordaan van Johnny
en die van de Doper Zeggen dat Schwarzkopf niet alleen maar
shampoo is maar ook nog in de opera een zangeres enzovoort

Kortom zo tussen avondster en morgenster mijn hoofd heel
Engels en filosofisch weer op orde brengen Daar is een man
voor nodig Maar ik loop te snel