Het Liegend Konijn. Jaargang 8(2010)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Lies van Gasse o Sint-Niklaas, 1983 is ook beeldend kunstenaar. Recentste bundel: Hetzelfde gedicht steeds weer (2008) [pagina 120] [p. 120] Wenteling Dat is nog jong en het speelt. Dat wentelt zich over daken en kantelt avond in nacht, dat strikt de veters argeloos, verhangt zich aan ademloos water. Dat giet. Dat giet als de warmte zich loom om de huizen legt. Dat klautert in druppels, klimt als hagel, in overberekend gedruis. Dat snakt. Dat snakt als de aarde die groeien verwacht, de mand die de katten wil bergen. Dat gloeit als een rode, klamme huid, als namiddag in zomer. Dat drinkt. Het water kan de dorst niet aan, rivieren gieten binnen, stromen slaan monden open. [pagina 121] [p. 121] Het is een water dat aan wenteling verliest. Dat breekt de naden die ons bespannen en slaat los. Dat zet de ochtend aan. Dat is nog jong. Het speelt. Het dartelt en de tegels houden vast. Muren zuigen. In een ooghoek ziet men zelfs de kast bewegen. Dat wentelt zich en wiekt. Dat legt zich in het leven neer, begint terstond te wenken. Wat een onrust. In een nat land zou men het benoemen als het zinderen van zon, de volle lucht die aandacht eist, het leven buiten de lichamen. In de droogte borrelt het op als water uit de bron, wervelt haar trappen af. Dat vergeet dat in haar lichaam de kiem van ouderdom verborgen zit. Dat is oneindig in haar verspilling. [pagina 122] [p. 122] Dat kirt als een niet te belopen pad. Als grind in water, zomers, ritselend riet. Dat stilt zich als water in de kom. De deining verdwijnt, wij kijken bijna verbijsterd toe. Het tolde om een binnenin onvindbare as, sloeg de buit naar binnen. Het had zich als een teek onder de huid gezet, klauwde poten inwaarts. Het kon de zon in strepen leggen op de vensterbank, zich strekken tot de onderbuik haast onbeschaamd naar boven kwam. Ook kon het zwart zijn en gewiekst. Het kon hoog op de poten door het huis draven, onder banken sluipen en in een moment van overmoed in kieren die men niet verwacht. Het gebruikte rozen om melk te zuigen, aardbeien voor een zachte adem en zangzaad als de weeën kwamen en zo de moeder onoprecht haar armen om de baby sloeg, dan brieste het. [pagina 123] [p. 123] Het is jong. Het heeft zich na maanden opgericht, loopt trappen op en af. We hebben het al verteld dat onze benen traag zijn. We wilden graag alles vertellen, maar wankelden op de tong. We lieten zorgen op het aanrecht staan, trokken ramen open en snoven luid landinwaarts. We verlangden een natuurlijke toestand van zwaarmoedigheid, een nacht waarin wij onze draaiingen verbergen. Het is blauw. Wolken zijn al een paar uur ondoorgrondelijk. Wij zijn gaan denken dat de uren van geen tel meer zijn. Vorige Volgende