Het Liegend Konijn. Jaargang 8

[p. 21]

H.H. ter Balkt

^o Usselo, 1938

is ook prozaïst.

Recentste bundel: Vuur (2008)

[p. 22]

Kreukelig oogstliedje voor Edenkoben

(...und Meere kabbeln tief unter ihrem Fuss)

In een lief slaapliedje voor Edenkoben
tikkelen de druppels op de wijnoogst
en in de straatjes druppelt gefluister
neer op de druiventrossen, nachtelijk

sluimert gebraad achter de vensters
in Edenkoben, Kot van Eden, mooi Eden:
een Assyrisch gebied in de negende eeuw
voor de Jaartelling: een andere oever

en Assyrisch stijgt dan mijn liedje op,
Gregor, naar de zoete druiventrossen
door tal van plukkers op trekkertjes
rondgereden door slaperig Edenkoben

Mijn blinde ogen verbleven ook hier,
hel stort een bloedstraal op de vloer,
en haast zich om het stadje te verven!
Verder wuifde oktober met oktoberrook

Regenrijk druppelen de ranken, zinken
beelden keken een eeuw geleden omlaag
van schouwburgen en stations, in parken
en nog schijnt soms wel een zinken maan

Uit de wijnpers van Edenkoben druppelt
poëzie zoet de afvoerputjes in, rrrrt
ratelen zo stil de wagentjes, 't lijkt
of de poëzie hier eeuwig uitrusten wil

[p. 23]

 

Klein kreukelig liedje, bewaar je wijn

 

voor een betere stad dan Mooi Babylon,

 

hier op de oever van de Moezel, sluit

 

ijlings de poorten voor de eindiging