Het Liegend Konijn. Jaargang 7(2009)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 190] [p. 190] De kogels smoorden in het zand Toen ik de kroeg binnenkwam van waaruit je me radeloos opbelde, leek je niet blij mij te zien. Ik ging naast je zitten en bestelde een karaf wijn, zoals altijd. Je zei: ‘Zo kan ik echt niet verder.’ De lichtjes van het kerstboompje op de toog knipperden door. Aan de tafel naast ons ont- stak een goeie moppenlach. Het regende buiten. Druppels onmacht vertroebelden het zicht. Ik dacht eraan op te stappen. Soms is weg- gaan de beste remedie. Maar ik bleef zitten. We kregen geen woord meer over mekaars lippen. En toen we op straat stonden, troosteloos plensden de druppels in de stadsgracht vlak- bij. Plots zoende je me vluchtig op de mond, en verdween in het duister van oude jaren. Ik vergat je mijn paraplu mee te geven. Vorige Volgende