Het Liegend Konijn. Jaargang 7(2009)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Systeembeheer 1 Dit tafeltje schreeuwt de slacht niet aan ons wij met voorzichtige monden zetten hem in de diepe zomer waar hij zijn vlees wil, vet rond zijn poten, een fatsoenlijke kerel aan zijn ijzeren blad. Wij beheersen hoe een vierkant vlak uit een ander ras in ons wordt gesneden opdat wij zijn van alle huiden thuis, niet alleen van ons eenkennige erfstuk. Met een appelmesje doen we waar het van gruwelt, we krassen een dambord in zijn ziel en spelen erop als ons het uitkomt. [pagina 86] [p. 86] 2 Zij namen weer mijn ontroering in beslag. Met kleine oorlam betaalden ze mij, het stroopte mijn gemoed en gaf mij rafelkoorts. Toen ik om meer zong, weigerden ze kort. Hun hoofden vielen als knikkers op het dek. Zij wensten anders, niet steeds datzelfde, iets oorbaars voor de nacht, vrolijk en koud en hard, dat hun ogen deed kraken of stromen. Meer had ik niet in mijn koffer mogen stoppen, ik gaf het laatste restje waterzwarte beroering dat men zomaar opdiende aan zee. Het was niet goed. Het was bedorven. De dis was uiteengezet. 3 Ik werd een lade, ik schoof open en was een revolver, zes kansen voor hij me terugklapte zonder vuistvuursprong, hij zegt Maria bang bang hoe kan ik je meer pakken dan zo. Vorige Volgende