Het Liegend Konijn. Jaargang 7(2009)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Scheppingsputsch laten we aannemen dat het nodig is, dat ik eerst een man ben, daarna een ding (geen gebruiksvoorwerp) en dan een vrouw, als dat laatste een vereiste is, er staat ons veel vrij, al zijn dieren een onmogelijkheid, eerst stik ik in sterrenstof en mijn herinneringen worden gemaakt en smelten samen terwijl ik blind spartel in de bol van Borges, dat ik oud word als man met magere gewrichten, Petrus op een jongeling hoopte toen hij me binnenliet, dat bij mijn geboorte als ding Maria een albinohuid verbergt en langzaam negroïde kleurt, misschien paar ik met een vijgenboom, een mannetje, ik krijg geen vrucht maar word een zin, ik draag een kostuum van koraal en slaap in een kelder waar het geluid van een rivier woont, ik sta zes van mijn twintig levenshoogten af in ruil voor genade voor later voor anders, ik ben op een tegelvloer en de tegels lijnen me uit, tegen de regels lig ik als tweelingbroers in een knijpbed en we denken in dingen, we denken dat het niet meer voorbij gaat, dit hete knijpen, deze gemene eigenhuid, ik word een niemand een niets, ik ben die kelder waar geen begin is en geen einde, maar alleen die nabijheid, die nabijheid die ons verminkt. Vorige Volgende