Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 205] [p. 205] Jehanne hoort Jeanne d'Arc (1412-1431) Het moest zo zijn, dat weet ik nu het vuur haar vlammen spreken laat, een vorstelijk hoofd in een kroon vergaat. Zijn hand is het niet die mijn taak staaft. Ik heb in Godsnaam overwinnen belooft om vlammen te vinden om een broek, een mannenhoofd. Geen zwaard, mijn lichaam is de val; het aarden vat, rond en glad dat mijn geloof brak. Ik hoor de zomers knetteren op het veld, de brede koeien ruggen. Hier werden mijn dagen geteld. Op dit boerenland dat slagveld werd, is het woord mij gesteld. Strijden moest ik. Strijden, niet om oogst, maar om te komen tot geloof voor die ene koning. Voor zijn ongekroonde hoofd stierf het voetvolk af als blad. [pagina 206] [p. 206] Geen stap zonder doden, geen woord zonder slag. De grond houdt geen zaden, maar bloed en laatste taal die niemand horen wil, vast. Men toont mij, verkoold. Ik ben een vrouw, half as, onverteerd mijn hart. Vat dit weten in uw beluste lach: ik brand niet in opdracht. Weet volk dat men mij aanbidden zal met bloedstollend gemak om mijn doof vertrouwen, niet om wat in tijd verzakt: een boerenmeid die geen broek dragen mag. Vorige Volgende