Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] Enige woorden over de ziel Het was zo dat ik in de diepte van een tobbe onder het helder wateroppervlak mijn eigen kleine ziel zag smeken hem schoon te schrobben. Zo zwaar was hij, dat hij naar de bodem was gezakt. Zodra ik mijn handen in het water stak ontglipte hij me als oefende hij zich vast in de dans ontspringen zoals later de hel. Vuur is slechts een variant van water, op welk element mijn ziel in het geheel niet was gesteld. Aan de aarde had hij ook een broertje dood; dorstend naar liefde zeulde ik met hem rond terwijl ik hem stevig onder mijn arm klemde wat hem enige troost gaf, naar ik hoop. In de lucht wilde hij nog voor ik dood was uit vliegeren gaan met de andere zielen in een schimmenspel van vreemde magieën waarvoor mijn geest geen goed woord over had. Het was dus moeilijk voor mijn ziel de juiste atmosfeer te vinden zo lang hij tot dit ondermaanse was veroordeeld en niet mocht gaan naar waar hij het liefste wilde: het hiernamaals, waarheen hij vluchten zou zodra de kans zich voordeed. [pagina 183] [p. 183] Slechts een zielsverwant hield hem hier, zo wist ik maar aangezien ik die nergens vinden kon kocht ik voor hem een spiegel waaruit op zielsgebied zijn wederhelft dan maar bestond. Als Narcissus zo naïef door eigenliefde overmand bindt hem de illusie, zinsbegoocheling, die hem verblindt omdat geen reine ziel op aarde vindt wat hij niet voorradiger vermoedt aan de andere kant. Vorige Volgende