Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Ik zie het zo Eerst ging ik te rade voor de daad bij de hoge. Ik sloop bedekt met het laken naar het voeteneinde, daar vouwde ik mijn handen samen en boog me voor de kleine dame die sliep noch waakte maar al begon te deinen op de bede van mijn adem. Eeuwig zei ik eeuwig zing ik de eenmalige die ik binnendring. Ze zei niet: als de bossen? Ik zei wel: nee. Zoals de slaaf voor de cam die klikt haar myriaden namen om het doosje te verlossen van de ring. Je bent dezelfde die me kan verschijnen maar je zal er niet zijn omdat je nooit zal verdwijnen. Je zit in de talloze reeks van dezelfde genen achter je rookgordijnen. Ze zei: vergis je niet, want wat we deden was nog niks met wat we meden vergeleken (En ik: je hebt gelijk want tot op heden had ik je nog niet eens goed bekeken) Vorige Volgende