Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Gereed Ik de jongen kijk rond in de kamer & zie mijn straat, ik ben zeer helder al draag ik een donkere baard, al draag ik lichte kleren weegt mijn lichaam zwaar, aan mijn zoete, jonge heupen hangt het zwaard der wrake dat ik voor hem draag, in mijn ogen staar ik naar hem, die niet bestaat, maar om wie het mij gaat, want wie heeft hem niet bewaard? Ik laat hem achter, loop door de kamer waarin ik op hem wacht & vraag hem: wie ben je? & wie zal je wat? Wie wil je zijn behalve mij? Weliswaar niemand, maar op iedereen na? Die ik ook heb willen zijn? Daarom zie ik de sluier als de kracht waarachter ik hem tot mij heb bedacht Ja die de wolken doorscheen met het licht dat de zon niet had verdacht, ja die in me de wonderzachte hardt Vorige Volgende