Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 176] [p. 176] Brief aan een koorvriend bij het bericht van een zelfmoord wij hese zangers van weerloze, tedere liederen hoe vaak hoorden we niet die veel te harde die haast onhoorbare stem de stem van de jongen die altijd vrolijk was vrolijk als de middagen waar geen einde aan komt de avonden die als oude dronkaards dwalen als het stof dat opstuift en niet meer neerdwarrelt en de nachten als zieken die niet kunnen sterven als de morgens met modder in de mond wij bouwers van kleine zwaluwnesten wij lage lauwe windvlagen over het strand we hebben de zee zien wegebben onze vissen spartelden nog ja ook jij en ik waren vrolijk als de altijd vrolijke jongen vrolijk als het touw in de stoffige paardenschuur waar zijn vader grimmig hinnikte in een bed van stro waar zijn moeder toekeek als een roestige spijker waar zich het nuffige meisje niet had neergevlijd net een zwerm spreeuwen die de hemel verduisterde steeds als hij zijn mond opende bloedde zijn kindervinger Vorige Volgende