Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Liedje Dat je me binnenlaat en dat ik ver mag komen: het liefst vertoef ik in je ogen. De lippen van het huis gaan langzaam open. Ze praten warmte aan, en dag en dauw. Dat het van steen zou zijn, van slaande deuren en van sloten, ik mag er niet van dromen. De handen van het huis gaan over rozen. Ze bouwen ons en dieper kan een mens niet komen dan heel diep in je ogen. Het licht is aan, je bent er al en wacht op mij. We wonen. Vorige Volgende