Het Liegend Konijn. Jaargang 5(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 188] [p. 188] Alzheimer Het waait in de herfsten van vader en zoon, op weg naar warmere kamers. Schouder aan schouder. De wind en de nacht slaan op hol in het tochtige hoofd van de vader. Mijn zoon, in de spiegel, zie je hem niet? Zijn schedelvuur? Zijn netelbeet? Kijk, hij tuit zijn drabbige lippen. Je bent moe, pa. Een bed en een kamer, een pil en dan slapen. Kom dans je, dans je een dansje met ons? En hoor je de dartele veulens? Ze tuimelen met mij door een donzen raam en kneden de leugens tot brood. Je lamste lid zal weer beven. Ach jongen, mijn benen liggen aan scherven. Een vleermuis fladdert achter mijn tong. Mijn longen vol zand. Papa, de lucht is te droog. Ik haal wat te drinken. Rust hier op de bank. Ik spoel je angsten in doornen van water. Mijn klauw van fluweel rond je kloppende keel. Je zult bij me wonen in windstille bomen, in het ijs van dromen, gedachten van glas. Een zoon draagt zijn vader. Hij legt hem in bed. Pillen. Een beker. Zijn hand houdt hem recht. De vader glijdt kalm in de gleuf van de nacht, slaapt weerloos zijn slaap, bij leven dood. Vorige Volgende