Het Liegend Konijn. Jaargang 5(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Geschiedenis Onder het slepen van haar robes de chambre; aan de zijden onderrand van filosoof en staatsman; onder het noorderlicht van haar intriges, onder de plooien van het adellijkste groen en goudgeel - kijk, het dubbelraam zwaait open voor het waaien dat, onhinderlijk, niets oplegt aan de planten en hun onverpotte dood; onder haar magnifieke schilderij - de rauwe, matinale geur van verf, het half gestolde slapend in een doolhof van gezichten; en dit geuren stijgt buiten elk bereik, en het penseel valt stil in de hand van de blindgemaakte; onder al de opdrachten en misverstanden, onder de waanzin van de keizers en hun brokaten kevers, klimmend langs gordijnen en het riet in unisono bij de nachtelijke kreek - maar dit ritselen is eenvoudigweg het verhullen van hun vallen, het verklinken van hun sterven, het niet begrijpen van de val; [pagina 94] [p. 94] onder elke suggestie, diep onder elke suggestie dat het grote gebaar zich zal herhalen, dat de zenuwruis, tussen de geboorte in de schuur en de zon ontploffend als een tulp vol springstof, slechts de schaal zal zijn die alles draagt, het gebed dat sust, de rede die belooft, het hooglied dat omhult; Onder elk bedenken in haar helverlichte kamers: het stomme, koest of koerend op de vloer, de zeepbel die zichzelf fêteert, de kruimel tijdloos in een kier geraakt, de korrel, ver van elk decreet onder een berg van pluis de jaren doorgerold. Die jeugd te zien doet pijn en maakt je oud - jij, in de plooien van je kermisjas getild; je kleuren vloeken, onverzoend, als clowns die messen trekken en gaan vechten in dat korte, onbegrijpelijke uur. Vorige Volgende