Het Liegend Konijn. Jaargang 5(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Ontwaken 1 Op tijd geschud en toch vergeefs. Hoe liever was ik blijven hangen tegen je schoot en zacht gevallen in lustvolle verloming. Moest weer zo nodig de lakens verschonen, kramp wegwissen, je lammeren spenen - hun krullen melkig slap en blank, als dromen, spartelend onder mijn handelingen, doeltreffende, stelselmatig teder en onbenoemd tenzij als troost. Je reikt me, ogen toegedaan, iets dat ik goed moet proeven: de thermometer van een smart. Ontwaak, zieke broeder wiens nachtrust en afwezigheid hier diensttijd vervult. Als waren we één, oud lichaam dat zich varen laat aan zijden draden. [pagina 45] [p. 45] 2 Die vingernaalden zijn het ergst. Steken mijn ingewand en dan moet ik naar huis, dravend gehaast door nog duistere straten. De schaarse mensen groeten, vermoedelijk vanwege een indruk, heel vaag, van de pijn van schepselen die niet er horen te zijn. Het stadskanaal voelt weinig maar zijn vieze water is waarin ik me herken bij schemer van domheid, kou. Jij zult me geven wat je zelf hebben wou - daarom ben je gesloten als een winkel, daarom ook kun je alles krijgen van mij al blijft het gemoed bezwaard. Ruim weliswaar de zich strekkende buiksloot; van het gebaande zijn de randen benaderd, bekend. Vorige Volgende