Het Liegend Konijn. Jaargang 5(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] Koenraad Goudeseune Veranderlijk 1 Zeven gedichten stel ik mij voor al kan het voor zo'n gewichtig thema misschien met één? Eén allerhoogste, één stiltste, één liefste die afdaalde, brieste, mij verliet. Eén gedicht dat na zeven keren lezen nog altijd zegt: verander lijk wordt weer mijn moeder, blijf. Ik zou niet weten wat er na al dit lezen met dat gedicht gebeurt. Maar schrijf ik, dicht ik voor haar die niet meer is alleen? [pagina 167] [p. 167] 2 Soms, heel soms, is ook twijfel niets dan spel en wordt die listig als een joker ingezet. Dichters, ze hebben met komedianten dat veranderlijke gemeen, die feilloze timing waarmee een grap staat of valt. Zoals ik het over mijn moeder heb. Het mens is al langer dood dan dat ze voor mij leefde. Wil nu eindelijk eens iemand lachen, zich bescheuren, het in zijn broek doen van de pret. Ik kan het niet. Nog altijd denk ik zeer terecht dat zij geen gevoel voor humor had en zeggen zou: genoeg, schaam je, of wie weet heel zacht mijn gat zou vegen. [pagina 168] [p. 168] 3 De dood echter / is een steen in de laars van de klimmer' schrijft Piet Gerbrandy in een voor de rest onnavolgbaar gedicht. Maar dat begreep ik dus en ging liggen, als op een plateau dat ik via een rotswand na jaren had bereikt. Eindelijk aan de grond, als iemand die op zijn hoed gaat staan, zo ging ik liggen. Als in de nok van een kathedraal, zo ging ik liggen op mijn buik en zag naast lege stoelen ook waar fuga's over gaan. Vorige Volgende