‘Nu eens komt alles door de liefde in eenheid tezamen, dan weer scheiden alle dingen zich van elkaar door de haat, die aan de strijd ten grondslag ligt. In zoverre op deze wijze het ene uit het vele ontstaat en uit de splitsing van het ene weer het vele voortkomt, ontstaan de dingen en hebben zij geen eeuwig leven. In zoverre hun voortdurende wisseling niet ophoudt, zijn zij eeuwig en bevinden zij zich in een ongestoorde en rustige kringloop.’
- Empedokles