Het Liegend Konijn. Jaargang 5
(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
1waar is de tijd dat de bossen nog wouden waren?
nu zijn ze kromgegroeid, woonwijken.
dat achtervolgt niet lekker.
ze zien me rennen.
zo'n zigzag dat meisje.
ik snoei ze recht achterna, dwars door de auto's, de speelpleintjes.
de jongen sleurt haar mee, maar haar hielen zijn te zacht.
drie stappen en ik heb ze.
waar zijn ze?
hier ligt alleen een dobbelsteen zijn toeval te bewaken.
| |
[pagina 54]
| |
2thuis mijn knarsende kogels al bijna uit mijn geweer laten schuiven.
maar dat waren ze!
zieker dan zaad, dommer dan ziek.
er is al betaald, ik moet wel,
drie stappen en ik heb ze.
ben ik nou een huurling?
elke voortuin leeggeschommeld.
er knielt alleen een hoer in de nieuwbouw
met afschuw in haar mond.
| |
[pagina 55]
| |
3de roest schilfert van de kogels.
bruikbaar? dan moet ik richten.
al eeuwen ontsnappen ze.
ik was al bijna aan het poetsen.
maar dat waren ze!
in de woonwijk beuk ik de schors van de gevels,
brand de straten plat.
ik stuit alleen op een graf met een lijk in zijn knuist.
|
|