Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Paul Demets Doka Het zand in haar navel, een ijsje in haar hand. Smelt het, dan zand erover. Strand vlakt uit. Ze noemt de wind een val, blaast hem aan bovenhuids. Uit de zee doemt mist die haar inkuilt in een glazen kist. IJsbloem in de zomer. Loodzwaar achter een raam met leeftocht staan. Het licht doorwaden in een lens. Tintelingen in een glasfiguur. Slaapt zij zich uit, schrikt in water, verzonken in een opgelicht donker. Zo komt zij in beeld. Daarbuiten ga ik in haar zwijgen op. Ze ligt glanshard in haar huid. Wat nu aan het zicht benomen is, ruist achter een gordijn. Is een hand die zich opent, sluit in die van mij. Een hand die afdrukt. Dat het uitlekt geen hand te zijn. Vorige Volgende