Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Anneke Brassinga De goede afloop Wat doen we hier eigenlijk, vragen we ons niet af zolang het huppelen van wijsjes uit de luidsprekerboxen voortgaat, in de bomen hangen ze onzichtbaar, en wij maar denken dat het vogels zijn die kwinkeleren - wat doen we hier? Eerst eens voelen of de voeten warm genoeg en niet al te pijnlijk verknobbeld zijn, dan even goed luisteren naar het licht geborrel in de diepte van ons ingewand, oude waarzegster die laat weten of we alweer verrekken van honger zoniet dorst, je komt er immers niet achter anders, en het moet niet in het honderd lopen in het hier, het verzandende, de bossige verstuiving waar de limonadekraampjes de een na de ander luchtspiegeling blijken als je hijgend dacht er te zijn - in het hier waar je wandelt en, door steeds het niet te kunnen laten nog weer om te kijken naar waar je vandaan kwam, niet ophoudt te struikelen over stronken, [pagina 42] [p. 42] schrammen op te lopen van ruwe eikenschors en roest- of bloedrood prikkeldraad, de resten van beschaving. En hoe vaker je terug blikt, voortzwoegende, op de wonderschone zonsopgang roerloos in je rug boven het verre geboomte dat onhoorbaar ruist, hoe beter je weet: dat ontwaken met de frisheid van limoenen, die paradijselijke eerste hap van de tropische verrassing in een jasje van melkchocolade - het verblindend prille komt niet weerom. Wat doen we hier eigenlijk? Wat we niet doen is opletten. Of is de afgrond onzichtbaar, of bestaat er geen afgrond voordat je erin valt, langs gladde steenwanden suist? Het gaat gezwind. In het gras naast de beek op de bodem wacht God, zo blij als een moeder die al die tijd thuis is gebleven, met een boterham en een kop thee. En vanachter de bloeiende bomen, daar komen ze eindelijk aan, de vermisten voor wie je onmisbaar, die jij niet missen kon. Vorige Volgende