Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Klaaglied om Adinda We lopen op de bodem. De golven van je lach wiegen de vissen, anemonen dansen... En ik begrijp het niet: je bent toch dood? Maar ben je bij me, laat mijn hand niet los: De dood is maar een boos verzinsel, en laten we de zeepaardjes bestijgen en galopperen in deze wonderbare wereld... En jij lacht, nog mooier, bevrijd van het bed, het zuurstofmasker en de pijn. Je ogen schitteren, de giftige tranen van de baxter vloeiden weg: de dood is maar een boos verzinsel. En je haar is opnieuw dicht zeewier van goud en je tanden zijn opnieuw parels zoals toen. Hoe graag wil ik je zeggen hoe eenzaam ik was zonder jou, hoe 's avonds het verdriet me aangreep en me de nacht in wierp als in een waterput. Hoe ontroostbaar ik je liep te zoeken daar op die plaatsen, onze plekjes... [pagina 83] [p. 83] Maar ik zeg niets meer. Dat je geen verdriet hebt. En ik druk je in mijn armen dat je die vreselijke pijn niet voelt bij de ontmoeting van levenden met doden. Vorige Volgende