Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Keerdichte napreek Nu de beboterde hoofden zichtbaar worden alle zichtbaar worden en de brillenglazen alle zijn beslagen rest niets dan het dagen van zoete zoete hoop van zoete zoete liefde ook en van het geloof de zuivere draden die ons verbinden met ooit was het beter ooit heerste er rust en de kust ah de kust wat was het er toeven toen nacht nog van jeugd was en jeugd nog jeugd was en niemand nog vet op zijn hoofd behoefde en niemand nog wilde dat het weer dag werd en dat werd het dan ook niet we dronken en we zongen en we rookten en we vreeën en de maan die zag het aan en mooie waan die ruiste aan in de lichtgevende golfjes wij zagen gestalten van schuim wel in zeventien kleuren de rimpels glad trekken wij zagen zo veel zo veel verstandigs in de eenvoudige lach van het kind dat zo naadloos aansloot bij onze latere weeën en we vreesden niet vreesden niet eens dat dit ooit af zou lopen dat er een eind aan kwam dat het tot vervelens telkens grauwer dag zou worden dat er zo'n grauwe morgen was dat er überhaupt een morgen was wij wisten het niet wij wisten van niets en dat, dat willen wij weer. Vorige Volgende