Het Liegend Konijn. Jaargang 1(2003)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Ik had nog geen oren naar mij Ik kwam in de buurt uit de lucht Gevallen en likte mijn vleugels. Maar iemand in mij was van ginder Op weg naar ons beiden, de straten Van Antwerpen liepen de trap op En maakten een kruis op mijn deur. Je legde je hand op die klink In den vreemde, trad binnen en zweeg En schreef met je voeten mijn zin Op de vloer. En ik had geen verweer. Hij staat er. Ik wist nog van niets. Nu weet ik van ons in die kamer. Ik zag nog niet goed uit mijn ogen Tot jij me bekeek, me verblindde. Ik had nog geen oren naar mij. Ik wist nog van niets, ik wist alles Van ons toen je stem me verstomde. In jou kom ik langzaam ter sprake. Van jou ben ik wakker geworden, In jou slaap ik in, slaap ik uit. Van mijn honger naar jou kan ik eten, Je hand is een tafel voor twee. Van je komst ben ik altijd geschrokken, Je aanblik boetseert mijn gezicht. Vorige Volgende