De dood van Maurice Sachs
Een zich met tweemaandelijkse stappen presenterend tijdschrift kan minder gemakkelijk ‘bij’ zijn dan een achter de actualiteit hijgend dagblad, maar misschien heeft een enkele ingewijde in de Franse letteren er zich over verwonderd, dat mijn in het vorige nummer van ‘Libertinage’ afgedrukt artikel over Maurice Sachs nog niet de laatste gegevens bevatte, die er over hem zijn bekend gemaakt, nl. met betrekking tot zijn dood in een Hamburgse gevangenis. Nadat ik mijn stuk geschreven had, heeft inderdaad het eerst een Frans boulevardweekblad, de ‘Samedi-soir’, meegedeeld hoe de merkwaardige avonturier en chroniqueur Maurice Sachs aan zijn einde is gekomen. Het is me aanvankelijk ontgaan en toen ik een, in November jl. in hetzelfde weekblad afgedrukt uittreksel uit een aan Sachs gewijd boek onder ogen kreeg, was correctie van het bewuste stuk niet meer mogelijk.
Ter completering laat ik hier nog enkele gegevens volgen die de ‘Samedi-soir’ ontleent aan dit binnenkort verschijnend boek. Het is door een medegevangene van Sachs, Philippe Monceau, geschreven en het draagt de, naar een onwelvoegelijke sensatie riekende, titel ‘Le dernier Sabbat de Maurice Sachs’. Hoewel de persoon en het optreden van Sachs ruimschoots voedsel kunnen leveren voor de sensatielust van Jan Publiek, meen ik toch dat ook deze nieuwe bijzonderheden alleen zijn te begrijpen als men de figuur Sachs enigszins kent, een bekommernis die uiteraard niet in de boulevardsfeer van de ‘Samedi-soir’ bestaat, welk blad dan ook met welbehagen ‘la vie d'un Néron pestiféré’ en het - inderdaad verschrikkelijke - einde van Sachs aan zijn lezers opdist. Overigens neemt dit niet weg dat een aantal feiten wel juist zal zijn.
Monceau, die van 1943 tot 1945 te Hamburg was, waar Sachs in een werkkamp terecht was gekomen, vertelt hoe deze, om aan zijn pover bestaan te ontkomen, zijn diensten aan de Gestapo heeft aangeboden. Sachs koos zich de vermaakswijk Sankt Pauli als werkterrein en zou vooral door zijn erotische besognes velen in de Gestapoval hebben gelokt, zelfs een gehele Franse delegatie die de gedeporteerde arbeiders moest bijstaan.
In het tot ruïnes gebombardeerde Hamburg richtte hij een ondergronds verblijf in, waar hij een enorme bibliotheek had kunnen onderbrengen. Hij had de Duitsers ervan overtuigd, dat een verzameling boeken de intellectuele jeugd moest aantrekken, waardoor hij dan weer betere contrôle over hen zou kunnen uitoefenen! De complete werken van Gide - officiëel in Duitsland verboden - waren er aanwezig en een Jezuïetenpater, die zowel geestelijk verzorger in de arbeidskampen was als ook geheim agent van de Intelligence Service, bezorgde hem fondsen om de boekerij te verrijken. Sachs ontdekte ook de werkelijke functie van de Jezuïet en omdat hij deze vriend, met wie hij uitvoerige theologische gesprekken hield, niet wilde ver-