Libertinage. Jaargang 2(1949)– [tijdschrift] Libertinage– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] [Ferdinand Splinter: gedichten] Vierde mogelijkheid Het strand ligt open, welgewalsd en geel - de heerbaan van de wind, naar Noord en Zuid. Twee grijze massa's aan het eind; kanteel van Stinkstad links, en rechts steekt Zandvoort uit Twee wegen. Toch één weg. En aan het eind het zwetend steenkabaal gesmukt met ijs waar men bij voorkeur als pias verschijnt, een zomertussenspel op dodenreis. De derde weg is recht vooruit; voor hen die - al te levenswarm - nog slechts in dood ontspanning weten, ja: de zee. - Ik ben besluiteloos, waar ik reeds lang besloot. - Het zand, zo warm en zacht, verwelkomt en ontvangt mij goed. Ik ben nog lang niet dood. Burgerbruiloft De bruid troont in het midden, en in wit, hoe kan het anders. In het knoopsgat van de versgeknipte rose bruigom zit een bloem, ook wit; hij is een vlotte man. Familie borrelt, kakelbont getooid, als gaar publiek om 't nieuwe monument van echtelijke sleur. Vrijwel nog nooit was men zo jong en zo verdomd content. De ouden jong, - de jongen kunstig oud; twee kinderen van vrouwelijk allooi in blauwe zij en witte vellen, mooi als tere snollen, dolend in een woud van mannenbenen. En juist dat weerhoudt mij nog ervan, dat ik met glazen gooi. [pagina 21] [p. 21] Et in terra pakze Vergeten sneeuw op blauwzwaar ijzig water, geen winterzon kan meeuwenvlokken smelten. Vandaag is 't kerstmis, morgen ook, en later is 't weer gewoon: de vrede gaat op stelten gebukt en rennend als een goudpluvier voor 't brullend golfje. Such is life, ook hier. Ferdinand Splinter Vorige Volgende