alle talen. Wij ondernamen onze actie op eigen initiatief, zonder iemands goedvinden of instemming, uitsluitend omdat ons geduld nu was uitgeput.
Zijn wij dus niet bezig de overgrote meerderheid van de Indonesische bevolking een dienst te bewijsen met onze politie-actie? Wel degelijk, verzekert men ons. Maar die bevolking durft het niet te zeggen. Dat aftreden van regeringen, dat zwijgen, het zijn juist bewijzen van de terreur, die de Republiek uitoefent en waaronder de gehele bevolking zucht, Oost-Indonesië incluis. Evenals Douwes Dekker indertijd in de zaak van Lebak op energiek optreden aandrong, omdat de klagers over de terreur van de inlandse hoofden anders zouden worden ‘bewerkt’, zo is thans in geheel Indonesië de bevolking ‘bewerkt’. Door onze lankmoedigheid komen wij te laat. Het zwijgen van Indonesië vormt de late rechtvaardiging van Multatuli's optreden in. Lebak: dàt hebben wij met onze politie-actie en passant gedemonstreerd.
Wij horen het argument en wij aarzelen. Enerzijds de terreur-benden van de Republiek, de dreigende wraak van de republikeinse leiders, de wreedheden der extremisten, en anderzijds, daar tegenover... ja, wat eigenlijk? Een clubje zachtzinnige zendelingen? De vereniging tot kinderbescherming Weest een zegen? Neen: Het Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger en het Nederlandse Leger. Het zou van een tekort aan respect jegens de legerleiding getuigen, als wij deze legers niet als een geducht wapen beschouwden. Een machtsinstrument, zij het niet van de eerste rang, want tegen de Japanners moest het een - uiteraard eervolle - nederlaag lijden, dan toch van de tweede rang. Het republikeinse leger, de terreurbenden, de extremisten, daar kan geen twijfel aan bestaan, zijn daarbij vergeleken machtsinstrumenten van de tiende, van de twintigste rang. Als de Indonesische bevolking dus staat tussen deze twee machtsinstrumenten, dan is het niet waarschijnlijk, dat zij banger is voor de republikeinen dan voor ons. Zij is het bangst voor de machtigste. Ook vrees voor een uiteindelijke wraakneming van de republikeinen kan niet in het spel zijn op het ogenblik, dat men aan de vernietiging van hun machtsmiddelen begint en de leiders in handen heeft. Hebben wij bovendien niet onze kapitein Westerlink, de gevierde ‘Turk’ en onze processen tegen militairen, die zo kinderachtig zijn om te weigeren dessa's in brand te steken, om voor iedereen duidelijk te maken, dat ons leger niet met zich laat gekscheren?
Niet angst, maar sympathie voor de Republiek lijkt daarom de verklaring van de Indonesische reactie op ons optreden. Indien wij dus bezig zijn de overgrote meerderheid van de bevolking een dienst te bewijzen, dan doen wij dat, zonder dat zij het zelf weet. Dit is niet zo bevreemdend, als het een buitenstaander zou