wilde spreeken, dat men hem in een herberg, daar men quansuys andere Comparitien had, verdagvaarde. Hier quam dan den Procureur by, en dan moest hy de witten uytdoen, en d'Advocaat soo nu en dan noch wel d' handen vullen, en dan wierdt hem altijdt goede moet gegeven, en haastige expeditie toegeseyd. Den Boer klaagde eyndelijk, dat hy niet verstaan kon, hoe dat soo een klare en regtveerdige saak soo lang kon dueren; d' Advocaat sey dat de Regters en Raats-heeren soo veelderley dingen in 't hooft hadden, datse op een saak so terstond niet konde letten, en dat d' outste zaaken die 10 of 12 jaren in 't Regt gehangen hadden, veeltijds moesten voorgaan; dat zijn party, die wel voelde dat sy 'et verliesen souden, hem ook dikwils ophielden, en uytstel versogt, eyschte hier en daar nader verklaringe, waar tegen hy dan wederom moest aangaan, met nieuwe attestatien, interrogatien, en diergelijke, en dat hy wel wist, 't welk hem ook leet was, dat'er soo veel tijdt verliep en geld koste, dan dat hy evenwel wel sou boven liggen, dewijl zijn saak goet was; maar het Regt is so edel en teer sey d'Advocaat, dat geen vonnis uytgesproke was dan met langsame, rijpe en wel doorgegronde redenen, die veel overleggen en