De wonderlyke Opstanding.
OP een Dorp, niet wijd buyten Parijs, was een Paap, die door lankheyd van tijd, een goede somme gelds by een hadde gesameld. Dese heylige schat leyde hy, om datse dog wel bewaard soude zijn, in het Sacraments-huysje, schrijvende daar op, Dominus est in loco isto, dat is: de Heere is in dees plaats. Onsen Tijd verdrijver quam op een tijd met een Majesteyd in het voorseyde Dorp, en met een in de Kerk. Terstond sloeg hy zijn gesicht op die Heylige plaats, en op de woorden die daar voor stonden; door naarstige overlegging verstonde hy den sin, lied derhalven den aap weg nemen, schrijvende met een, onder het voorgaande schrift dese woorden, Surrexit non est hic: dat is, hy is hier niet, hy is opgestaan. Wat dese sorgvuldige Paap, siende de wonderlijke opstandinge, by sig selven heeft gedagt, kan men ligtelijk bevroeden; Want,