Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers(1682)–Anoniem Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] [Gy draagt in uwe handen] Wijse: Aan een van Idaas beken. GY draagt in uwe handen Een felle minne-toorts, Die yder een doet branden In héte minnekoorts, Wie dat gy maar komt raken Doet gy blaken. 2.[regelnummer] Maar die uw gaf dees schigjes Tot quetsing van ons hert Die deelden uw ook ligjes Tot heling van de smert, Haast kunt gy ons bevrijen, Van dit lyen. [pagina 100] [p. 100] 3.[regelnummer] Waarom dan wilt gy lenen Waar uyt mijn hertseer quam, En quellen met het gene Is oorsaak van de vlam? Dewijl gy kunt doen enden Al d' ellenden. 4.[regelnummer] Het bloemtje van uw jaren Terwijl het staat en groeyt, Wilt met een plukker paren Wanneer 't nog jeugdig bloeyt, Ey laet het niet verleppen Wilt uw reppen. 5.[regelnummer] Gedenk niet dat het roosje Waar op gy uw verstout Gedurig soo haar bloosje, [pagina 101] [p. 101] En aardig purper hout, Neen 't geen m' in haar quam prijsen Salt verliesen. 6.[regelnummer] Gedenk ook niet soo lange Als gy ons hier blijft by Het bloosen van uw wangen Uw wesen even bly Uw schoonheid steen en muuren Sal verduren. 7.[regelnummer] Al spant gy nu de kroon, en Al zijt gy rijk van geur De jaartjes noyt verschoonen, Maar rooven uwe kleur, Wel laat dan 't bloempje pluyken Van syn struyken. [pagina 102] [p. 102] 8.[regelnummer] Soo lang de min komt stralen, En sluypt uyt uw gesigt, Soo lang wy ook inhalen Het minnelijke ligt Uyt uwe loddre oogjes Met veel toogjes. 9.[regelnummer] Maar als uyt onse oogen Uw schoonheyt weg gaat vlien Dan sult g'helaas bedrogen Te laat uw dwaasheyt sien, Dan sult gy nog beklagen D'eerste dagen. Vorige Volgende