Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers
(1682)–Anoniem Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers– Auteursrechtvrij
[pagina 84]
| |
Schoonheyt? rijkdom? j' hebt het al.
2.[regelnummer]
Maar 't doet ons wonder
Daarje bent soo braven maagt
Datje niet gaat kruypen onder
By een quant die u behaagt,
Datje nog niet bent gegept
Daarje soo veel vryers hebt
Meerder als een bed'laar duyten,
In een kermis onderschept.
3.[regelnummer]
Vraag by de ry om
Voor ons drien staan wy vast,
Dogje bent daar niet eens bly om
Schoonje nergens mis en tast,
'k Raad'tje nogtans als een vriendt
Die het heel wel metje miendt
| |
[pagina 85]
| |
Dat een oogenblenk te wagten
In der daat je niet en dient.
4.[regelnummer]
Wiert menig meysje
Het maar half zoo veel gevraagt,
Og, sy had haar maagde vleysje
Lang al aan een man gewaagt,
Maar je bent een spijtig dier
't Schijnt je agt het geen plaisier,
En daarom soo obstinaatjes
Lagje met het minnevier.
5.[regelnummer]
Wy souden stoffen
(Waarje aan dat oor niet doov)
Op het huwlijk, maar als Moffen
Swijgen wy om 't kleyn geloov,
Dog kom vraag dees jonge lien
| |
[pagina 86]
| |
Dese sullen 't uw bedien,
Wat voor oversoete geuren
Datter in den egt geschien.
6.[regelnummer]
Wel heeregouwen!
Houdje dan soo stijfjes regt?
Wilje dan perfors niet trouwen?
Wel, soo gun ons dit dan slegt
Dat wy jaarlijks op uw taart
Vroolijk sullen zijn vergaart,
En van aaltje mogen singen,
Hey, blijv dan vry ongepaart.
|
|