Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers
(1682)–Anoniem Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers– Auteursrechtvrij
[pagina 70]
| |
[pagina 71]
| |
Ik lagte,
Ik agte
Hem onder de gekken
Die sig liet trekken
Tot soo sotten daat,
Dog uw bevalligheyd,
Dog uw lieftalligheyd
De soete sedigheyd van uw gelaat
Leert aan my heden
Heel wel te vreden,
Dat alle wellust in de min bestaat.
Want als ik
De val-strik,
De liefde netten
Die Venus my setten
| |
[pagina 72]
| |
Om mijn hals bevond,
Soo kust ik datelijk
Heel onversadelijk
De schoone banden daar sy my me bond,
Sy heeft mijn sinnen
Verligt van binnen
Soo dat ik vreugd gevoele in mijn wond,
Wanneer ik
Dat sweer ik
Eerst sag uw lonken
Soo was straks dronken
Mijn verlieft gemoet,
En als ik nu ook al
Uw somtijts by geval
O Suveraine van mijn siel ontmoet,
| |
[pagina 73]
| |
Soo sijn mijn sinnen
Ontroert door minnen
En 'k voel de liefde in mijn kokend bloed.
Waar hene
Climene?
Ag! schoon gy soo koel sijt
Gy nogtans mijn doel zijt
In de liefde baan,
Ik sal onendelijk
Altoos bestendelijk
Uw schoone oogen ned'rig bidden aan,
En door mijn smeken
Uw hertje breken
Tot gy my sult met volle vreugd versaan.
|
|