Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers
(1682)–Anoniem Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers– Auteursrechtvrij
[pagina 56]
| |
Die Son, waar van ik moet ontfaan
Mijn ligt, alwaar de Minne sant
Sijn minnetoorsje steekt in brand.
Maar neem wel agt
Dat g' &c.
Seg hoe sy vroeg, en laat,
Altijd in mijn gedagten staat
Geprent, en hoe dat ik verdwijn
Om harent wil in smert, en pijn,
Maar neem wel agt
Dat g' &c.
Ondekt haar onvertzaagt
De diepe wonden die gy draagt,
Het vuur dat in uw binnenst woont
Pas dat g'uw' liefde kragtig toont
| |
[pagina 57]
| |
Maar neem wel agt
Dat g' &c,
En soo een lieve lonk
U ytwes tot vertroosting schonk,
Hou moed, en bid, en smeek dan voort
Tot dat zy heeft uw klagt verhoort
Maar neem wel agt,
Dat g'u wel wagt
En niet door haar oog versmagt.
|
|