Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers
(1682)–Anoniem Lente-bloemtjes geworpen in de schoot van aangename juffers– Auteursrechtvrij
[pagina 31]
| |
Aan uw, tot teken van mijn liefde vlam
Die uyt uw oogen als de blixem quam
In dese borst, alwaar
Sy maakt mijn herte
Tot een brand altaar
Het gantse lijf vervult met smerte,
En mijn ingewant
Ontsteekt in ligte brand.
Soo Paris uw sag staan
Hy bood uw d'appel aan
Want 't geen verdeelt was in drie Godlijkheen
Besit gy Cloris altesaam alleen
Wanneer gy lacht, of lonkt
En maakt dat 't koude
Ys, en steen ontfonkt,
| |
[pagina 32]
| |
Soo salmen uw voor Venus houden,
Juno als gy gaat,
En Pallas in uw praat,
O sugjes, en geween
Vlieg na mijn Cloris heen,
Vertel die over al gevierde maagt
Wat dat mijn ziel om harent wil verdraagt,
Hoe dat ik stadig smelt,
In hete tranen
Als de sneeu op 't velt,
Waar med' ik soek een weg te banen
Door haar hardigheyt
Tot mededoogentheit.
Maar in het swaar verdriet
Van al haar wreed gebiedt,
| |
[pagina 33]
| |
Van al de pijn en plagen dien ick voel
Van al de vlammen die ik sta te doel,
Soo seg haar ook soo sy
In haar gedagten
Nog eens denkt om my
Dat het mijn ramp soo sal versagten,
Dat mijn ongeval
Verdraaglik wesen sal.
|
|