Leeuwarder Apotheek, na de Galenisch-Chymiçe manier, door sorgvuldigen arbeid van ’t Collegie der Medicijns aldaar opgemaakt, en door des E. E. Agtbare Magistraats Authoriteit bevestigt

M: Van

Macis; Foelie, moschate bloem: die self.

Majorana nobilis; fijne Majelein: ’t kruid.

Mala chinensia, Appels van china.

Malicorinum, sie Granata.

Malva; keessies kruid: ’t kruid, en’t zaad.

Manna; Man: die self.

Marcasita argentea, silverig wismoet, dit self.

aurea; goudich marcafijt, dit self.

Margaritae, of uniones; Peerlen: die self.

Marrubium, of Prassium; Malrouw: ’t kruid.

Mastiche; Mastik, die self.

[p. 13]

Matricaria, Moeder kruid: de blad’ren en bloemen.

Mechoäcanna alba; witte Purgeer wortel: de wortels.

Melanthium, of nigella; Nardus: ’t zaad.

Melilotus; melote: de Bloemen.

Melissa; Confeley de grein, Citroen kruid: ’t kruid.

Menthastrum; ’t kruid.

Mentha crispa; Kruise-munt: het kruid.

Mercurius vivus, sie Argentum vivum.

Milium solis, of Lithospermum; Peerlzaad.

Millepedes, sie Aselli.

Minium; meny: die self.

Moschus; Muscus: die self.

Myrrha; Myrre: die self.

Myrobalani Citrini; Geele Roo-loops noten.