Leeuwarder Apotheek, na de Galenisch-Chymiçe manier, door sorgvuldigen arbeid van ’t Collegie der Medicijns aldaar opgemaakt, en door des E. E. Agtbare Magistraats Authoriteit bevestigt

[fol. 3r]

Opdracht,

aan den seer onsachchelijken Magistraat van Leeuwarden. De Heeren H, H.

Francois de Swart, Tiberius Taecama, Epaeus Wielinga, Jacobus Reecalf, Burgemeesteren

Hector Fennema, Jan Alberts Buma, Jarichus Banga, Michael van der Malen, Sioerdt: Westerhuys, Sierk Tania. Schepenen,

Nicolaus Poutsma, Johannis van Aarssen. Boumeesteren.

Als mede,

aan den seer Netten H. Johannes Dotingh, der selver Magistraats Secretaris.

[fol. 3v]

Hooch-Achtbare, Wijse, seer Voorsiene, Erentfeste HEEREN.

Nadien niemant kan ontkennen dat gy met kloekmoedige voorsigtigheyt, billijke gerechtigheyt, en rechte billijkheit u aan bevolen Pand wel in acht neemt: Soo hebben wy in ’s gelijx dat ons toevertrout is, in d’ uitnemende Hooftstad van FRIESLAND (welke onder de Provincien geensins de minste is) in geenen deele willen verwaarloosen, ook hebben wy’t met goede Conscientie niet konnen doen; Aangesien wy tot noch toe onseker sijn of de Medicijnen op een, of op verscheydene wijse, so als ’t behoort, of qualijk, worden bereidt, dan

[fol. 4r]

of sy ook wel volgens het eigen goed bedenken van dese of geene Apotheeker in’t bysonder met seer groot nadeel voor de Medecijns, en by kans onverbeterlijke, schade voor de Kranken, toe gemaakt, uytgelevert, ende verkocht worden.

Op dat wy derhalven niet te slaafachtich aan d’ uitlandsche Apotheeken mochten blijven hangen, of d’ Apotheekers daar in niet te seer omdoolen, ofte oneenich blijven waggelen, hebben wy ondergeschreven MEDICINAE DOCTOREN binnen LEEUWARDEN, (het voordeel van ’t gemeen allesins beöogende), so met onderling algemeen, als eenparich goed vinden, arbeit,

[fol. 4v]

en getrouwe neerstigheit van’t voorgedachte Collegie, desen APOTHEEK opgericht.

Den welken wy in dier voegen door onse vlijt en yver (onder de genade van den Drie-eenigen Alder oppersten GENEES-HEER) uitgewerkt, onder uwe Bescherminge nederleggen; op dat de voorgemelte onse Apotheekers aan seer weinige Statuten, wetten, en Articulen door uwe Authoriteit bekrachtigt, verbonden ende verplicht, gansch seeker na onse ord’res vaardich ende bereyt mogen zijn, voor tegenwoordich U. E. A. aanbieden, opdraagen, ende toe eigenen, terwylen wy aan die het Roer der Regeringe onder’t LEEUWENSCHILD bestieren, al-

[fol. 5r]

le geluk, en welvaren aan ’t gemeen, ter eeren des Almachtigen, en tot onsen geduirigen Troost, uit het binnenste onser harten, met alle Prosperiteit toewenschen.

Zijnde U. E. E. A. A. onderdanige Medicijns.

FEIJO JOANNES WINTER.

TAMMERUS POUTSMA.

JOHANNES DAVID PORTZ.

FEICO ISELSTEIN.

JOHANNES BALCK.

JOHANNES HEMSTERHUYS.

ARNOLDUS HUPPE.

WILHELMUS ACRONIUS.

JOHANNES PHELTEN.

THEOTARDUS HELLINGA.

GREGORIUS OOSTERBAAN.