Forum
Folklore
In En nu over jeugdliteratuur 1986/5, blz. 207, schrijft Herman Verschuren over het in september gehouden internationale symposium voor jeugdboekenauteurs. En het kon niet uitblijven: dit symposium, nu eens niet door de NBLC georganiseerd, maar door de Vereniging van Letterkundigen, Werkgoep Jeugdboekenschrijvers, moest grondig worden afgekraakt.
Waarom?
Reeds maanden van tevoren, toen er alleen maar sprake was van een dergelijke internationale bijeenkomst, werd er door allerlei aan het NBLC verbonden mensen zeer minachtend over gedaan. Een internationaal symposium georganiseerd door schrijvers... nou, dat zou wat worden. Wat verbeelden die auteurs zich eigenlijk? Achter de rug van de organisatoren (alleen jeugdboekenschrijvers) werden hatelijke telefoontjes gepleegd. Prof. dr. Ria Bauer, die zich bereid had verklaard als voorzitster van het symposium te fungeren kreeg bij voorbeeld per telefoon te horen: ‘Waag je daar niet aan, meid, je zet je reputatie op het spel.’ En meer van dat fraais.
Het schijnt namelijk tot de folklore te gaan behoren om alles wat te danken is aan het initiatief van de Werkgroep Jeugdboekenschrijvers bij voorbaat af te keuren. Eens kwam een lid van de werkgroep bij mij met de vraag: ‘Kunnen jullie niet eens een einde maken aan de tirannie van de bibliotheken? Die lui daar denken dat er voor hén zijn, in plaats van andersom’. Goed, dat was een persoonlijke noodkreet, maar het tekent de sfeer die geleidelijk aan gaat heersen: schrijvers versus het NBLC. Terwijl wij juist dringend zouden moeten samenwerken.
Het symposium heeft intussen plaats gehad en is, ondanks alle tegenwerking, een succes geworden. De schrijver-deelnemers waren unaniem enthousiast en afgesproken werd (maar daar waren de NBLCvertegenwoordigers niet meer bij) dat de in Oosterbeek begonnen samenwerking onverwijld zou worden voortgezet. Ons is bekend (maar alweer: daar weten ze bij het NBLC niet van, want zo goed op de hoogte zijn ze niet) dat daaraan in het buitenland op het ogenblik hard wordt gewerkt en dat het Nederlandse initiatief binnen enkele jaren zal worden herhaald in verschillende andere Europese landen. Intussen worden ook vele vertalingen over-en-weer voorbereid, want één van de doelen die we met het symposium nastreefden, namelijk het Nederlandse jeugdboek (nog) wat meer bekendheid geven in het buitenland, werd duidelijk verwezenlijkt, dank zij die ‘slordige hoop boeken’ in de corridor van het conferentiegebouw. Waarom dat zo'n slordige hoop was? Afgesproken was dat elke deelneemster(mer) iets van haar/zijn werk zou meebrengen. Daarvan werd een mooi geordende kleine tentoonstelling gemaakt op een aantal tafels. De bedoeling was dat we aan elkaar konden laten zien wat we schreven. Zulke boeken worden dan door anderen ter hand genomen, ingekeken, met elkaar besproken, weer teruggelegd. Binnen een uur is van ordening geen sprake meer, alles ligt door elkaar. Nou en? Hoofdzaak is dat de tentoonstelling van boeken aan haar doel beantwoordde - en dat deed ze boven verwachting. Wat mij steeds zo bijzonder ergert is de veronderstelling dat WVC een onbehoorlijke hoop geld in dit symposium stak. Waar haalt men in 's hemelsnaam die getallen vandaan? Feit is dat de zeer beperkte financiële middelen niet slechts uit de WVC-pot kwamen. Feit is ook dat het NBLC geen stuiver heeft bijgedragen, omdat zij buiten de organisatie was gehouden en zich daarover gepikeerd toonde. Feit is ook - waarom het ontkennen - dat door de organisatie bepaalde fouten zijn
gemaakt en dat er wel eens iets verkeerd liep. Maar het is eveneens een feit dat ons niet helemaal de vrije hand was gelaten. De oorspronkelijke opzet, iets meer gericht op het uitdragen van Nederlandse cultuur, werd afgekeurd door WVC. Nee, het moest vooral gaan over wat in Nederland aan leesbevordering etc. wordt gedaan, over de rol van de bibliotheken en van allerlei instanties als SSS, IBBY, de universiteiten en het onderwijs aan kinderen. Kortom: de buitenlanders moesten worden ingelicht over wat hier te lande op boekengebied gebeurde en hoe dit nog uit te breiden in de toekomst. Een tocht naar de Deltawerken, naar het Openluchtmuseum, naar KröllerMüller-museum of zelfs het Rijksmuseum (waar elke buitenlander so-wieso heen wil) werd rigoreus geschrapt.
We waren al blij dat het uitstapje naar het BUMA/STEMRA-gebouw niet werd afgewezen. We hebben ons uiterste best gedaan er binnen deze beperkingen toch nog iets aardigs van te maken. Dat gebeurde inderdaad vooral buiten het ‘officiële’ en nogal saaie gedeelte om. Maar Herman Verschuren, zelf een fervent congresganger, zal toch wel weten dat welk symposium ook juist zijn waarde ontleent aan wat er buiten het officiële gedeelte om gebeurt? Naar een symposium gaan met een zal vol vooroordelen, zich tijdens dat symposium afwijzend opstellen en er na afloop smalend over schrijven lijkt mij weinig meer te maken te hebben met ‘objectieve berichtgeving’.
Geen beste beurt van En nu over jeugdliteratuur.
- Thea Beckman
(voorzitster Werkgroep Jeugdboekenschrijvers)