Een lees- en zangboekjen voor de jeugd
(1853)–Anoniem Lees- en zangboekjen voor de jeugd, Een– Auteursrechtvrij
[pagina 107]
| |
O wat leed dat zuchtend harte,
Waar het zwaard der felste smarte
Diep verscheurend binnendrong.
| |
2.Wie is mensch en zoû niet schrijen,
Zag hij Jesus' Moeder lijen
In het lijden van den Zoon!
Voor zijn volk, voor onze zonden,
Heeft zij Hem zien geeslen, wonden,
Kroonen met de doornekroon.
| |
3.Haar beminden Eengeboorne,
Moeders eenige' uitverkoorne,
Zag zij aan den dood ten buit.
Van zijn vrienden heel verlaten,
Afgestreden uitermaten,
Blies Hij d'adem zachtkens uit.
| |
4.Moeder, moeder bron van liefde,
Och, dat mij de pijn doorgriefde,
't Vol gevoel van uwe smart!
Doe mij minnen, doe mij klagen!
Laat mij Christus toch behagen,
Met een vurig minnend hart!
| |
5.Laat ik mij met u vereenen,
| |
[pagina 108]
| |
Bij het heilig Lichaam weenen,
Weenen tot des levens end!
Mij zijn bloedstroom! mij zijn wonden!
Aan den voet van 't Kruis gebonden,
Weeldedronken van ellend!
| |
6.Maagd, der maagden glansrijk voorbeeld!
Wees mijn hulp als God mij oordeelt:
Geef, tot schuts, mij Jesus' Kruis
Koom zijn sterven, zijn Genade
Eens mijn arme ziel te stade:
Ga zij op tot 's Vaders Huis!
|
|