Een lees- en zangboekjen voor de jeugd
(1853)–Anoniem Lees- en zangboekjen voor de jeugd, Een– AuteursrechtvrijNo 36. Onnoozeler-Kinderendag. Oud lied (LXX).1.
Ga naar voetnoot(*) Heere Jesus, uit een Maagd geboren,
Middelaar des vredebonds,
Wil ons verhooren,
| |
[pagina 66]
| |
Heere, wees met ons!
Herodes had de maar vernomen:
De nieuwe Koning was gekomen,
Machtiger en meer dan hij.
Herodes, in zijn blinde woede,
Zwoer - met der kindren rooden bloede,
Stijft hij zijn heerschappij.
| |
2.En toen de Heilge Moeder hoorde
Van 't blanke zwaard, dat kinders moordde
Jonger dan het tweede jaar,
Toen sprak ze, bevende van smarte,
Op 't woord des Mans naar Godes harte:
‘Ja, vluchten wij te gaâr!’
| |
3.En 's morgens kwam zij aangereden
Alwaar een man met stille treden
Koren zaait in de open voor;
Zij groet, en zegt ter goeder trouwe:
‘Vraagt iemand naar een droeve vrouwe,
Wijs gij hem niet mijn spoor.’
| |
4.En zie, Herodes kwam gereden
Alwaar een man met nijvre schreden
Koren maait, ter schuur gereed;
| |
[pagina 67]
| |
Hij spreekt: ‘Zeg mij in goeder trouwe,
Kwam hier voorbij geen droeve vrouwe
In zuiver witten kleed?’
| |
5.- ‘Toen ik het zaaide in de open voren
Wat ik nu maai van welig koren,
Kwam een vrouw en sprak gereed:
Vraagt iemand hier waarheen wij vlieden -
Wil hem het voetspoor niet bedieden
Der vrouwe in witten kleed.’
| |
6.Herodes sprak tot zijnen Heeren:
‘Wij willen weder thuiswaart keeren;
Keeren, wijl 'k ze niet en vind.’
Herodes sprak tot zijnen lieden:
‘Hoort toe, wat ik u zal gebieden:
Gaat rond en doodt het Kind!’
| |
7.Zij trokken rond van land te lande -
En sloegen dood met rooder hande
Al wat was in 't tweede jaar:
Toen waanden zij het Kind te dooden,
Maar in Egypte was 't gevloden:
Zijn uur was nog niet daar.
| |
8.Veel duizend kindren zijn verslagen,
| |
[pagina 68]
| |
Die, van den Englen weggedragen,
Zelven Englen zijn bij God;
En 't eenig Kind, dat God woû sparen,
Hij helpt ons eens ten Hemel varen,
Als deelend in zijn lot.
|