Een lees- en zangboekjen voor de jeugd
(1853)–Anoniem Lees- en zangboekjen voor de jeugd, Een– AuteursrechtvrijNo 28. Oud lied (LX).1.In Isaïas monde
Klonk dit profetisch woord:
‘Een roê spruit, op die stonde
Uit Jesses wortel voort,
Die, als banier te dragen,
De Heidnen zullen vragen,Ga naar voetnoot(*)
En in hun midden vreedzaam gloort!’
| |
[pagina 48]
| |
2.De Vaderen, gevangen
Zoo menig duizend jaar,
Versmachtten van verlangen:
Hun lijden was zoo zwaar,
Om dat zij moesten derven
't Verbeurde recht der erven,
Het aanschijn Gods, zoo schoon en klaar!
| |
3.Het woord van Jeremias;
Beloofde een blij herstel;
Uit David een Messias,
Een Vorst voor Israël!
‘Op berg en heuvelklingen,
Daagt hupplend Dien wij zingen:
De lieve Zoon Emanuël.’
| |
4.Ziet, Jacobbe is ontrezen
Een sterre blank en klaar;
Een Maged onvolprezen
Werd Moeder wonderbaar;
Een Maged zoû ontvangen -
Daarheen smachtte ons verlangen
Zoo menig duizend, duizend jaar.
| |
[pagina 49]
| |
5.Het is geschied bij nachte,
Wij weten 't in ons hert,
Dat door des Vaders krachte
Het Kind geboren werd.
Gods Zone werd geboren,
Van eener Maagd verkoren,
Der Vaadren hoop in angst en smert.
| |
6.Ezeechjel heeft gesproken
In rijke beeldentaal:
‘De poorte blijft geloken
Bij 's Konings zegepraal!’
De Koning, hoog te roemen,
Heeft, als de zomerbloemen,
Zoo zacht en lieflijk ons bezocht.
|