[vervolg van p. 161]
Kaplan voegt daar wijselijk geen uitweidingen aan toe: wie zei ook weer dat een beeld meer zegt dan duizend woorden?
Kaplan is beter op dreef wanneer hij de interraciale vermenging en de verschuivende sociale verhoudingen in de pods bespreekt, de uitdeinende voorsteden van de grote agglomeraties waar de upcoming rich leven, die meestal met spitstechnologie bezig zijn en tegen de wereld aankijken als tegen een groot dorp met ongekende mogelijkheden. De toenemende populariteit in de Verenigde Staten van de gated communities, de omheinde wijken waar privé-bewakingsploegen patrouilleren, doen hem besluiten dat ‘Amerikanen binnen een organisatie regels en restricties accepteren die ze in het openbare leven nooit zouden accepteren’. Eigenlijk wordt heel het boek door in vraag gesteld of Amerikanen nu werkelijk zulke individualisten zijn. Ze lijken integendeel eerder behept met het kuddediersyndroom, en dat zou, ondanks de enorme verschillen tussen de staten, de lijm kunnen zijn die het concept ‘Amerika’ bijeenhoudt. Hoe is het anders te verklaren dat in het rijkste land van de wereld de op alle mogelijke manieren beveiligde wijken van de rijken en de krotten en stacaravans van de armen zo dicht bij elkaar liggen, terwijl beide bevolkingsgroepen zich toch spontaan ‘Amerikanen’ noemen, hoewel ze vaak meer banden hebben met buitenlandse culturen? Kaplan toont aan dat de economische kloof tussen de armen en de rijken steeds groter wordt, maar dat beide groepen behept blijven met hetzelfde doel: winnen. Het is dat doel, dat diep verankerd zit in de Amerikaanse ziel, dat ondanks alle maatschappelijke tegenstellingen nog altijd een obscuur maar tastbaar wijgevoel creëert. Een wij-gevoel dat wel erg dun is bij een aantal van de culturele groepen, maar niettemin standhoudt. Het is precies deze losse structuur van gemeenschappen, die elk ogenblik schijnbaar uit elkaar dreigt te vallen, die ervoor zorgt dat de Verenigde Staten, die door veel geschiedkundigen met het oude Rome
worden vergeleken, misschien niet hetzelfde lot moeten ondergaan als het Romeinse Rijk: ‘Terwijl wij de wereld veranderen, verandert de wereld ons’.
[Bob van Laerhoven]
Robert D. Kaplan: Het einde van Amerika
Het Spectrum, 1999, 430 p.,? F, ISBN 90-274-6569-X
Vert. van: An empire wilderness
am-vs 992 / verenigde staten; reisbeschrijvingen, 1945-