jongen er met zijn oudere broer in, om met de hulp van de bisschop uit die moeilijke situatie te geraken. De grootvader sterft zonder zich met de Kerk verzoend te hebben, maar hij vertelt de jongen wel dat hij het was die oom Eddie als verklikker ontmaskerde en liet vermoorden. Maar nu hij op sterven ligt, weet de grootvader dat hij zich vergist had en dat Eddie onschuldig was. Aan de jongen vertelt hij wie de echte verklikker was.
De moeder van de verteller heeft een diepe inzinking waarbij ze begint te hallucineren. Maar ze geneest, hoewel ze voor de verteller nooit meer de oude zal zijn omdat ze nu werkelijk oud geworden is. De verteller groeit op, hij krijgt op school voorlichting van een geestelijke raadgever, maar de eerste pogingen om de theorie toe te passen lopen faliekant af. Het verhaal van wat er werkelijk gebeurde in 1922 blijft hem echter dwars zitten, vooral omdat zijn moeder meer weet dan zijn vader, en hij alleen maar aan één van de twee trouw kan zijn door de ander te verraden. Uiteindelijk vindt hij een Ierse oplossing. Alleen zijn moeder begrijpt Iers en op een avond leest hij zijn vader in aanwezigheid van zijn moeder een opstel in het Iers voor waarin hij alles vertelt. Vanaf dat ogenblik is de relatie tussen moeder en zoon helemaal onmogelijk geworden en op de duur vraagt ze hem als verjaardagsgeschenk om weg te gaan. En dat belooft hij ook.
Dat Deane een dichter is, blijkt vooral uit de enorme zorg die hij besteedt aan de manier waarop de dingen geformuleerd worden. Niet alleen daarin lijkt het boek op Een portret van de kunstenaar als jongeman van James Joyce. Deane heeft bewust een aantal verwijzingen naar zijn grote voorbeeld ingebouwd. De gevoelige en vroegrijpe observator, de invloed van de kerk, de politieke discussies, de dood van zijn zusje, de contacten met de clerus, het opkomen voor zichzelf tot bij de hoogste instanties. Het zijn allemaal verhaalelementen die Deane bij Joyce gevonden heeft of die hij op een Joyceaanse manier uitbouwt.
Deze roman heeft alle ingrediënten die we ons van de Ierse literatuur en de Ierse cultuur voorstellen: een flinke portie hevig katholiek geloof, ernstige hoeveelheden bijgeloof en verhalen, elven, politiek geweld, vervloekingen, een familie-vete, natuur, liefde en haat. Via Een portret van de kunstenaar als jongeman krijgen we er gratis nog een hele reeks literaire verwijzingen bij. Maar Deane doet er iets mee. Zijn poëtische schriftuur verdeelt de cliché's netjes over korte hoofdstukjes. Zonder ooit ‘dichterlijk’ te worden, neemt hij je mee naar plaatsen die je nog nooit gezien hebt.
Hoewel hij bijna zijn hele actieve leven in de Ierse republiek heeft doorgebracht, is Deane solidair gebleven met de de Ulsterse katholieken. Ook toen dat in Ierland zelf niet langer salonfähig was. Met dit boek toont Deane hoe diep de wortels liggen van het geweld in Ulster.
[Geert Lernout]
Seamus Deane: Lezen in het donker
Nijgh & Van Ditmar. 239 p., 739 F, ISBN 90-388-1383-X