Een leven op drift
Je moet ‘bigger than life’ schrijven om gehoord te worden, vindt Sapphire. En haar debuut werd een roman als een schreeuw, ingegeven door angst. Maar de angst wordt overwonnen, een rauwe en vergeefse kreet wordt gekanaliseerd in een leerproces. Schrijven als therapie, onmenselijke pijn als bron voor poëzie. En een ellendig bestaan wordt leefbaar, want wie de juiste stem vindt, krijgt gehoor. Drift (zie p. 726) is uitgegeven bij Prometheus.
Claireece Precious Jones komt uit een marginaal gezin en wordt van klein af door haar ouders misbruikt. Op haar twaalfde krijgt ze haar eerste baby van haar vader, Mongo, een mongooltje. Als ze 16 is, is ze opnieuw zwanger van hem. Ze zit dan in de negende klas van de lagere school en wordt wegens wangedrag naar huis gestuurd. Precious gaat zich aanmelden bij een alternatieve school, ze komt bij Miss Rain in de klas te zitten en daar begint haar leven. Hoewel al die cijfers en letters er voor haar hetzelfde uitzagen, had Precious op school toch dag na dag zitten wachten tot ze er iets uit zou leren. Telkens weer niets. Miss Rain verplicht haar om te schrijven, ook al stelt dat in het begin niet veel voor: ‘i de a kl Mg’ (ik denk aan kleine Mongo), en Miss Rain schrijft terug: ‘Wie is kleine Mongo? [...] Kleine mony is m ki’. Voor Precious is zo'n simpel dialoogje een ervaring. Ze heeft normaal menselijk contact, iemand luistert, ze telt mee en dat is de eerste keer. Want hoe heftig ze vroeger ook tekeer ging, het was altijd uit onmacht en zo zinloos: ‘Ik praat hard en toch besta ik niet’. Leren schrijven is een wordingsproces, ze wint aan mondigheid en een brutale en onaangepaste schreeuwlelijk ontwikkelt persoonlijkheid en krijgt effectief stem. Tegen dat ze het alfabet onder de knie heeft, is er in haar hart een onmetelijke hoop gerezen en voor het eerst is er weer ruimte voor positieve gevoelens: ‘Luister baby, mamma houdt van je. Mamma niet stom. Luister baby, abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. Dat is het alfabet. 26 letters bij elkaar. Die letters maken woorden. Die woorden alles’. En dan blijkt dat ze besmet is met het hiv-virus.
Dat woorden alles zijn, is voor Precious een illusie gebleken, maar het lijkt er sterk op dat het voor Sapphire zou kunnen opgaan. Drift haalt zijn kracht nl. veel meer uit de - gebrekkige - manier waarop Precious haar belevingswereld verwoordt dan uit de omvang van de miserie (‘bigger than life’ moest het zijn). Het boek schreeuwt het menselijk onrecht uit, Precious leven is een ongelooflijke opeenstapeling van ellende, haar ouders - bron van alle leed - zijn zowat het vleesgeworden kwaad. Ze geven alleen aanleiding tot totaal onnuanceerbare gevoelens van weerzin. Dat dit gegeven geen nuancering of verklaring toelaat, is logisch want het verhaal wordt uitsluitend vanuit het oogpunt van Precious verteld. Wat voor het meisje telt, is wat ze aan den lijve ondervindt. Zij heeft geen boodschap aan welke verklaring dan ook, zij vangt de klappen en dat is uitleg genoeg. De roman volgt dan ook volledig de enige uitweg uit dit leven die ze zelf ziet: leren lezen en schrijven. En in de uitwerking van dit leerproces ligt ook voor de lezer de grootste waarde. In haar dagboek, gericht aan Miss Rain, verwoordt ze wat er in haar omgaat en ze leert zo vat te krijgen op haar leven. Belangrijk is dat ze de desoriënterende beelden in haar hoofd structureert en betekenis geeft. Want vooral op momenten van onmacht wordt ze erdoor overweldigd. In een hortend en angstig hijgend ritme passeert dan de hele tragiek van dit leven door haar hoofd: ‘Ik denk me hoofd een tv toestel reuk lucht als tussen de benen van me moeder. Ik ben stom. Ik praat raar. De lucht draait als water met plaatjes om me heen soms. Soms krijg ik geen adem. Me vader neuk me. [...] Een Dag aan het Water Strand Een Dag Een Dag abc Alfabetiese volgorde cd abcd. [...] Alles voel te groot voor me hoofd. Kan niks in mekaar passen als ik aan Pappa denk’.
Dat je dit ik-verhaal rechtstreeks en zo rechttoe-rechtaan verteld krijgt, draagt op zich zeer veel bij tot de intensiteit ervan. Maar bovendien heeft Precious een tekort aan woorden, haar kennis laat geen fraaie omschrijvingen toe. Ze schrijft in uitgeklede zinnen, waarin enkel de essentie overblijft. Datzelfde gebrek aan uitdrukkingen maakt haar anderzijds creatief in het scheppen van krachtige beelden. Ze vergelijkt zichzelf bv. met een vampier omdat ze niet aan de normen voldoet van de ‘echte mensen’ en in hun ogen dus niet bestaat. En in haar visuele, expressieve beschrijving van de goorheid van de achterafstraten weerspiegelt zich de angst over haar eigen situatie: ‘Deze mensen op 1-2-4 zijn heerowiene sputers. Ze ogen zijn als ver weg ruimte schepen [...] Ik raak in de war als ik veslaafde zie. Dat ik heb wat ze hebbe. [...] Misgien kom neger voorbij met naadl in ze arm die bungel in de wind. Druppels bloed druppel neer, misschien kom seks zieke langs met peenis uit, zoeklicht ogen schijne sperma op je. Is een stuk straat als mist met worme. de mense worme. Ik haat ze. vies. Maar in de war’.
En met haar emotionele toestand evolueert ook haar
[lees verder op p. 708]