de mensen te hernemen. Ondaatje is een virtuoos stilist die de lezer met verstomming slaat met zijn schitterende lyrische passages en gedurfde metaforiek. Verfijnde leesstof die een zeer bedachtzame lectuur vraagt.
Jayne Anne Phillips debuteerde in 1975 opmerkelijk met Zwarte kaartjes. In 27 verhalen hangt ze een beeld op van een rauwe Amerikaanse samenleving, waar mensen door drugs- en drankmisbruik een hels leven leiden, waar machtshonger en uitbuiting elke droom uit elkaar doen spatten. Stuk voor stuk zeer knappe verhalen. Phillips liet voor kort opnieuw opvallend van zich horen met Zomerkamp Shelter (Leesidee 1995, p. 547).
Ik heb de koning van Engeland bediend van Bohumil Hrabal is het verhaal van de dwerg Ditie, die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog een steile klim op de sociale ladder maakt, maar uiteindelijk berooid en vereenzaamd, berustend in zijn nietige lot zijn leven overschouwt. Hrabal is de nestor van de moderne Tsjechische literatuur. Dit is een van zijn grootste werken; het is een exuberant stuk proza, meesterlijk-ironisch verteld, dat de surreële trekjes van een mensenleven feilloos in een ruimer (historisch) kader inpast.
De brug over de Drina van Nobelprijswinnaar Ivo Andric is een soort ‘Oorlog en vrede’ voor Bosnië. Het was al ruim 20 jaar uit de belangstelling, maar sinds eind vorig jaar is het opnieuw beschikbaar. Deze klassieke, epische kroniek ontsluit vier eeuwen Balkangeschiedenis, die enig licht kunnen werpen op wat zich de laatste jaren in Bosnië afspeelde.
Het zijn stuk voor stuk monumenten, de ‘Super Ooievaars’ (groot formaat) van deze maand. Het boek van de stad der vrouwen van Christine de Pisan (1365-1430) is ‘het eerste boek uit de wereldliteratuur, waarin een vrouw het voor de vrouwen opneemt’. Vandaar, en omdat het boek bijna 600 jaar later, vooral in feministische kringen, nog opvallend veel weerklank vindt. Elsa Morante (1918-1985) is met De geschiedenis uit de schaduw getreden van haar echtgenoot, Alberto Moravia. Het is een authentieke, meesterlijk geschreven roman over de naweeën van de Tweede Wereldoorlog. In 1986 verfilmd door Luigi Comencine. Lang verwacht, deze derde druk. Het gouden boek leidt zijn eigen leven, zegt Doris Lessing. Meteen bij het verschijnen (1962) werd het als de ‘bijbel’ van de vrouwenemancipatie beschouwd. ‘Maar de essentie van het boek [...] zegt impliciet en expliciet dat we [...] niet moeten categoriseren’. Geen klaroenstoot voor de strijd, maar een boek over jezelf verliezen, afknappen op het leven om jezelf uiteindelijk te vinden. Lessing heeft haar magnum opus bij de tweede druk voor een goed begrip zelf uitvoerig ingeleid.
Jen de Groeve